Hoe ziet het examen eruit?
Het staatsexamen Nederlands als tweede taal bestaat uit vier onderdelen: Schrijven, Spreken, Lezen en Luisteren. Alle onderdelen worden op de computer gemaakt.
Schrijven
Het examen Schrijven (Programma I en Programma II) bestaat uit verschillende soorten opdrachten. U kunt zelf bepalen in welke volgorde u de opdrachten maakt. Het examen duurt 100 minuten voor Programma I en II. De opdrachten verschijnen op het beeldscherm en uw tekst typt u daarbij in.
Programma I |
Programma II |
---|---|
Zinstaak (8 opdrachten) |
Zinstaak (7-8 opdrachten) |
Deelschrijftaak (2 opdrachten) |
Korte schrijftaak (1-2 opdrachten) |
Korte schrijftaak (2 opdrachten) |
Middellange schrijftaak (1-2 opdrachten) |
- Zinstaak. Het schrijven van één zin of het afmaken van een zin.
- Deelschrijftaak. Het schrijven van een kort bericht, het aanvullen van een tekst of het invullen van een formulier.
- Korte schrijftaak. Het schrijven van een korte tekst. Een korte tekst is bijvoorbeeld een notitie, een korte brief of een korte beschrijving van een situatie.
- Middellange schrijftaak. U beschrijft bijvoorbeeld een probleem en doet een voorstel voor een oplossing. U krijgt daar soms een tabel, grafiek of plaatjes bij die u moet gebruiken.
De meeste opdrachten gaan over werk of opleiding. Een aantal opdrachten gaat over het dagelijks leven.
Gebruik woordenboek
Tijdens het examen Schrijven mag u het Van Dale Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal (NT2) gebruiken. Andere woordenboeken zijn niet toegestaan.
Als u het woordenboek wilt gebruiken, dan moet u dit zelf meenemen. U mag tijdens het examen geen woordenboek van andere kandidaten lenen.
Er mogen geen briefjes, teksten of aantekeningen in het woordenboek zitten. U mag geen elektronische hulpmiddelen gebruiken, zoals Google Translate of een digitaal woordenboek.
Instructiefilm Schrijven
Instructievideo staatsexamen Nt2 Schrijven.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens. Examen Schrijven.]
VOICE-OVER: U gaat het examen Schrijven doen. Het examen Schrijven duurt voor Programma I en Programma II 100 minuten. Voordat het examen begint, moet u inloggen. De examenleider vertelt u wanneer en hoe u kunt inloggen. Uw kandidaatnummer is uw inlognaam. De toegangscode ontvangt u van de examenleider. Als u ingelogd bent, ziet u linksboven in het scherm uw naam. Controleer of uw naam klopt. Klik daarna op 'Start examen'. U ziet een scherm met uw gegevens. Klik op 'Volgende'. Daarna ziet u een scherm met informatie over het examen. Klik nog een keer op 'Volgende'. Dan ziet u het bericht 'Wacht op afnameleider'. U moet wachten tot de examenleider het examen start. Dan kunt u beginnen.
U ziet een scherm met instructies. Lees de instructie goed door. Klik daarna op 'Volgende'. Tijdens het examen kunt u zien hoeveel tijd u nog heeft. Klik daarvoor op dit klokje. [Rechtsboven in het scherm.] Zorg ervoor dat u de tijd goed verdeeld over de opdrachten. Om een opdracht te zien, klikt u op het nummer van de opdracht onder in het scherm. Als u een opdracht heeft gemaakt, klikt u op 'Volgende'. U kunt ook op het nummer van de volgende opdracht klikken. Onder in het scherm kunt u zien bij welke opdracht u bent. Dat nummer is wit. Als u een opdracht heeft gemaakt, wordt dat nummer lichtpaars. Als u een opdracht later wilt bekijken, kunt u deze ook markeren. Dit doet u met deze knop rechtsboven in het scherm. [De knop heeft het symbool van een leeg vierkant.] Het nummer van de opdracht krijgt een geel vlaggetje. Dat ziet u onder in het scherm. De markering kunt u ook weghalen. Klik dan nog een keer op de markeerknop. Als u rechtsonder in uw scherm op 'Overzicht' klikt, kunt u zien welke opdrachten u al gedaan heeft en welke u heeft gemarkeerd.
Bij sommige opdrachten ziet u een kleine afbeelding. Dit is een pop-up. Klik op de afbeelding om deze te vergroten. U kunt de afbeelding met uw muis verplaatsen. U sluit de afbeelding door nogmaals op de kleine afbeelding te klikken of op het kruisje te klikken. Met de loep kunt u de tekst vergroten. Klik op de loep. Er verschijnt dan een lichtpaarse balk. Klik op het pijltje naar boven of beneden om de tekst groter of kleiner te maken. Schuif de balken om het hele scherm te kunnen zien. Klik op het kruisje om de loep te sluiten. U gaat dan terug naar 100 procent.
Soms wilt u speciale tekens gebruiken. Klik dan op deze knop. [De knop rechtsboven in het scherm met een 'ë'.] U krijgt een letterplankje te zien. Als u een teken aanklikt, dan komt dat teken op de plek waar u aan het schrijven bent. Bij sommige opdrachten van Programma II kunt u woorden onderstrepen, vet of schuin maken. Ook kunt u letters groter maken. Selecteer de tekst die u wilt aanpassen en klik dan op de knop die u nodig heeft. Bij sommige opdrachten van Programma II staat hoeveel woorden u kunt gebruiken. Als u bij deze opdracht de muis op de W-knop houdt, kunt u zien hoeveel woorden u al heeft gebruikt.
U mag een Van Dale Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal gebruiken. Andere woordenboeken mogen niet gebruikt worden. U mag aantekeningen maken op het kladpapier met uw kandidaatnummer. U mag hier pas op schrijven nadat het examen is gestart. Dit kladpapier moet u na het examen inleveren. 15 minuten voor de eindtijd van het examen krijgt u op uw scherm een waarschuwing dat de tijd bijna om is. U kunt deze waarschuwing wegklikken door op 'Sluit' te klikken. Bent u klaar met het examen, dan levert u het examen in. Klik rechtsonder in het scherm op 'Overzicht'. Klik daarna op 'Inleveren'. Wilt u niet stoppen met het examen, klik dan op 'Terug'. Als u hier nog een keer op 'Inleveren' klikt, wordt het examen afgesloten en opgeslagen. U kunt dan niet meer terug naar het examen. Veel succes met het examen.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens.]
Spreken
Bij het examen Spreken hebt u een koptelefoon op en praat u in een microfoon tegen de computer. U praat niet tegen een persoon. U luistert naar de tekst via de koptelefoon en leest de opdrachten op het computerscherm. Het examen duurt ongeveer 25 minuten voor Programma I en II. Er zijn korte en lange spreekopdrachten.
Een pieptoon geeft aan wanneer u moet beginnen met spreken. Als de spreektijd om is, hoort u weer een pieptoon. Daarna begint de volgende opdracht.
Onderdeel |
Programma I |
Programma II |
---|---|---|
Deel 1 |
8 korte spreekopdrachten |
4 korte spreekopdrachten |
Deel 2 |
8 middellange spreekopdrachten |
8 middellange spreekopdrachten |
Deel 3 |
- |
1 lange spreekopdracht |
- Korte spreekopdrachten. U krijgt vragen waarop u een kort antwoord geeft. U heeft per opdracht 20 seconden spreektijd.
- Middellange spreekopdracht. U krijgt vragen waarop u een langer antwoord geeft. Het is een antwoord van een paar zinnen of meer. U heeft per opdracht 30 seconden spreektijd.
- Lange spreekopdracht. U spreekt twee minuten over een bepaald onderwerp. U krijgt daar voorbereidingstijd voor. Dan kunt u eerst bedenken wat u wilt gaan zeggen.
Gebruik woordenboek
Tijdens het examen Spreken mag u geen woordenboek gebruiken.
Instructiefilm Spreken
Instructievideo staatsexamen Nt2 Spreken.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens. Examen Spreken.]
VOICE-OVER: U gaat het examen Spreken doen. Het examen Spreken duurt ongeveer 25 minuten. Bij het examen Spreken luistert u met een koptelefoon naar een opdracht en leest u mee op het scherm. Na een pieptoon spreekt u in de microfoon. Voordat het examen begint, moet u inloggen. De examenleider vertelt u wanneer en hoe u kunt inloggen. Uw kandidaatnummer is uw inlognaam. De toegangscode ontvangt u van de examenleider. Als u ingelogd bent, ziet u linksboven in het scherm uw naam. Controleer of uw naam klopt. Klik daarna op 'Start examen'.
U ziet een scherm met uw gegevens. Klik op 'Volgende'. U controleert eerst het geluid. Klik op de knop 'Geluid afspelen'. U hoort muziek. Stel het geluid in zoals u dat prettig vindt. Klik op het bolletje bij 'Geluid is goed'. Als u de muziek niet goed kunt horen, steek dan uw hand op. De examenleider komt u helpen. Klik dan op 'Volgende'. Daarna controleert u de microfoon. U klikt op het rode bolletje om de microfoon aan te zetten en uw stem op te nemen. Spreek eerst uw naam en daarna uw kandidaatnummer cijfer voor cijfer duidelijk in. Klik daarna op het witte pijltje en luister of u uw eigen stem goed kunt horen. Als u uw eigen stem niet kunt horen, steek dan uw hand op. De examenleider komt u helpen. Hoort u uw eigen stem goed, dan werkt de microfoon. Klik dan op het bolletje bij 'Opname is goed'. U bent klaar met de controle van de microfoon. Klik op 'Volgende'.
U ziet een scherm met informatie over het examen. Klik op 'Volgende'. Dan ziet u het bericht 'Wacht op afnameleider'. U moet wachten tot de examenleider het examen start. Dan kunt u beginnen. Het examen begint met een voorbeeld. U hoeft nog niet te spreken. Na dit voorbeeld komen de opdrachten. Elke opdracht hoort u door de koptelefoon. U kunt de opdrachten ook meelezen op het scherm. Een pieptoon geeft aan wanneer u moet beginnen met spreken. (PIEPTOON) Het is belangrijk dat u duidelijk spreekt. Niet te hard, maar ook niet te zacht. Als de spreektijd om is, hoort u een tweede pieptoon. (PIEPTOON) Daarna begint de volgende opdracht. Het examen loopt vanzelf door. U kunt dus niet terug naar een vorige opdracht en ook niet vooruit naar een volgende opdracht.
Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij een opdracht. U moet deze informatie gebruiken bij het geven van uw antwoord. Voor het bekijken van deze informatie krijgt u extra tijd. Met de loep kunt u de tekst vergroten. Klik op de loep. Er verschijnt dan een lichtpaarse balk. Klik op het pijltje naar boven of beneden om de tekst groter of kleiner te maken. Schuif de balken om het hele scherm te kunnen zien. Klik op het kruisje om de loep te sluiten. U gaat dan terug naar 100 procent.
Onder in het scherm kunt u zien bij welke opdracht u bent. Dit nummer is wit. Soms ziet u onder in het scherm een 'i' staan. U krijgt dan een uitleg of een voorbeeld. U mag aantekeningen maken op het kladpapier. U mag hier pas op schrijven nadat het examen is gestart. Dit papier moet u aan het eind van het examen inleveren. Als het examen is afgelopen, dan levert u het examen in. Klik rechtsonder in het scherm op 'Inleveren'. Als u hier nog een keer op 'Inleveren' klikt, wordt het examen afgesloten en opgeslagen. Veel succes met het examen.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens.]
Lezen
Bij het examen Lezen krijgt u een boekje met teksten. De vragen en antwoordmogelijkheden staan op de computer. Bij de 6 teksten moet u 36 vragen beantwoorden. Het zijn altijd multiplechoicevragen. Het examen van Programma I duurt 110 minuten en het examen van Programma II duurt 100 minuten.
Verschillende opdrachten
Er zijn verschillende soorten opdrachten:
- Er zijn vragen waarbij u moet kiezen wat het onderwerp van de tekst is, waar de tekst vandaan komt of voor wie de tekst bedoeld is.
- Er zijn vragen waarbij u moet kiezen wat een stuk tekst precies betekent. Of u zegt wat de relatie is tussen twee stukken tekst. Of u geeft aan wat de conclusie van de tekst is.
- Er zijn vragen waarbij u iets moet opzoeken in de tekst. U kunt de informatie beschrijven, informatie ordenen of twee dingen met elkaar combineren.
Gebruik woordenboek
Tijdens het examen Lezen mag u het Van Dale Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal (NT2) gebruiken. Andere woordenboeken zijn niet toegestaan.
Als u het woordenboek wilt gebruiken, dan moet u dit zelf meenemen. U mag tijdens het examen geen woordenboek van andere kandidaten lenen.
Er mogen geen briefjes, teksten of aantekeningen in het woordenboek zitten. U mag geen elektronische hulpmiddelen gebruiken, zoals Google Translate of een digitaal woordenboek.
Instructiefilm Lezen
Instructievideo staatsexamen Nt2 Lezen.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens. Examen Lezen.]
VOICE-OVER: U gaat het examen Lezen doen. Het examen Lezen bestaat uit 35 of 36 meerkeuzevragen. Het examen van Programma I duurt 110 minuten. Het examen van Programma II duurt 100 minuten. Voordat het examen begint, moet u inloggen. Uw examennummer is uw inlognaam. De toegangscode ontvangt u van de examenleider. Als u ingelogd bent, ziet u linksboven in het scherm uw naam. Controleer of uw naam klopt. Klik daarna op 'Start examen'. U ziet een scherm met uw gegevens. Klik op 'Volgende'. Daarna ziet u een scherm met informatie over het examen. Klik nog een keer op 'Volgende'. Dan ziet u het bericht 'Wacht op afnameleider'. U moet wachten tot de examenleider het examen start. Dan kunt u beginnen.
U krijgt een boekje met teksten over werk, studie en het dagelijks leven in Nederland. De opdrachten en antwoordmogelijkheden staan op uw computerscherm. Boven de opdrachten staat bij welke tekst uit het tekstboekje ze horen. Er zijn alleen meerkeuzevragen. Er is steeds maar één goed antwoord. Beantwoord alle vragen door een hokje aan te klikken. U mag aantekeningen maken in uw tekstboekje. U mag zinnen onderstrepen. Aan het eind van het examen levert u het tekstboekje weer in. U mag een Van Dale Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal gebruiken. Andere woordenboeken mogen niet gebruikt worden.
Onder in het scherm kunt u zien bij welke opdracht u bent. Dit nummer is wit. Om een opdracht te zien, klikt u op het nummer van de opdracht onder in het scherm. Als u een opdracht heeft gemaakt, wordt dat nummer lichtpaars. Tijdens het examen kunt u zien hoeveel tijd u nog heeft. Klik daarvoor op dit klokje. Zorg ervoor dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten. Als u de opdracht heeft gemaakt, klikt u op 'Volgende'. Als u een opdracht later opnieuw wilt bekijken, kunt u deze markeren. Dit doet u met deze knop rechtsboven in het scherm. [De knop heeft het symbool van een leeg vierkant.] Het nummer van de opdracht krijgt dan een geel vlaggetje. U kunt de markering ook weghalen. Klik dan nog een keer op de markeerknop. Als u rechtsonder in het scherm op 'Overzicht' klikt, kunt u zien welke opdracht u al gedaan heeft en welke u heeft gemarkeerd. Voor sommige opdrachten is het nodig dat u de hele tekst leest of een tekstgedeelte. Voor andere opdrachten hoeft u alleen maar bepaalde informatie op te zoeken. Lees daarom eerst de opdracht goed door. Met de loep kunt u de tekst vergroten. Klik op de loep. Er verschijnt dan een lichtpaarse balk. Klik op het pijltje naar boven of beneden om de tekst groter of kleiner te maken.
Schuif de balken om het hele scherm te kunnen zien. Klik op het kruisje om de loep te sluiten. U gaat dan terug naar 100 procent. 15 minuten voor de eindtijd van het examen krijgt u op het scherm een waarschuwing dat de tijd bijna om is. U kunt deze waarschuwing wegklikken door op 'Sluit' te klikken. Bent u klaar met het examen, dan levert u het examen in. Klik rechtsonder in het scherm op 'Overzicht'. Klik daarna op 'Inleveren'. Wilt u niet stoppen met het examen, klik dan op 'Terug'. Als u daarna nog een keer op inleveren klikt, wordt het examen afgesloten en opgeslagen. U kunt dan niet meer terug naar het examen. Veel succes met het examen.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens.]
Luisteren
Het examen Luisteren bestaat uit ongeveer 40 opdrachten bij 5 of meer luisterteksten. Er zijn 1-3 filmpjes waarbij steeds een opdracht is.
U luistert via een koptelefoon naar korte luisterteksten. Na de luistertekst geeft u antwoord op een vraag. De vragen en antwoordmogelijkheden staan op de computer. Het zijn altijd multiplechoicevragen. Het examen Luisteren duurt 90 minuten voor Programma I en II.
In het examen Luisteren hoort u sprekers die praten over situaties op het werk, tijdens een studie of in het dagelijkse leven. Wat u hoort lijkt op normaal taalgebruik: u hoort verschillende stemmen, versprekingen, herhalingen enz. Een spreker kan een accent hebben, maar het is nooit een dialect. Soms hoort u geluiden op de achtergrond. Dit komt omdat er echte opnames zijn gebruikt.
Voor elke vraag krijgt u 25 seconden de tijd om de vraag en de drie mogelijke antwoorden te lezen. Het luisterfragment start automatisch. U kunt maar één keer luisteren.
Gebruik woordenboek
Tijdens het examen Luisteren mag u geen woordenboek gebruiken.
Instructiefilm Luisteren
Instructievideo staatsexamen Nt2 Luisteren.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens. Examen Luisteren.]
VOICE-OVER: U gaat het examen Luisteren doen. Het examen Luisteren duurt voor Programma I en Programma II 90 minuten. Het examen bestaat uit ongeveer 40 meerkeuzevragen bij verschillende luisterteksten en filmpjes over werk, studie en het dagelijks leven in Nederland. Voordat het examen begint, moet u inloggen. De examenleider vertelt u wanneer en hoe u kunt inloggen. Uw kandidaatnummer is uw inlognaam. De toegangscode ontvangt u van de examenleider. Als u ingelogd bent, ziet u linksboven in het scherm uw naam. Controleer of uw naam klopt. Klik daarna op 'Start examen'.
U ziet een scherm met uw gegevens. Klik op 'Volgende'. U controleert eerst het geluid. Klik op de knop 'Geluid afspelen'. U hoort muziek. Stel het geluid in zoals u dat prettig vindt. Klik op het bolletje bij 'Geluid is goed'. Als u de muziek niet goed kunt horen, steek dan uw hand op. De examenleider komt u helpen. Klik dan op 'Volgende'. U ziet nu een scherm met informatie over het examen. Klik op 'Volgende'. Dan ziet u het bericht 'Wacht op afnameleider'. U moet wachten tot de examenleider het examen start. Dan kunt u beginnen.
U krijgt een pagina met instructies te zien. Lees deze instructies goed door. Klik op 'Volgende' om verder te gaan. Het examen begint met een voorbeeld. U ziet op uw scherm een voorbeeldvraag met drie of vier mogelijke antwoorden. Luister naar het voorbeeld. Bij elke opdracht krijgt u eerst 25 seconden de tijd om de vraag en de drie of vier mogelijke antwoorden te lezen. Dan weet u waar u op moet letten tijdens het luisteren. De luisterteksten en filmpjes spelen vanzelf af. U kunt de luisterteksten en filmpjes dus niet zelf aanklikken om af te spelen. Ook kunt u ze niet op pauze zetten. Let op: u kunt maar één keer naar de tekst luisteren. Geef na het luisteren antwoord op de vraag. U kiest een antwoord door erop te klikken. Er is steeds maar één goed antwoord. Klik op 'Volgende' om verder te gaan. Als u dat niet doet, gaat het examen niet verder.
Onder in het scherm kunt u zien bij welke opdracht u bent. Dit nummer is wit. Als u een opdracht heeft gemaakt, wordt dat nummer lichtpaars. Soms ziet u een 'i' staan onder in het scherm. U krijgt dan een uitleg of een voorbeeld. Met de loep kunt u de tekst vergroten. Klik op de loep. Er verschijnt dan een lichtpaarse balk. Klik op het pijltje naar boven of beneden om de tekst groter of kleiner te maken. Schuif de balken om het hele scherm te kunnen zien. Klik op het kruisje om de loep te sluiten. U gaat dan terug naar 100 procent.
U kunt altijd teruggaan naar een opdracht. Klik dan onder in het scherm op het nummer van de opdracht die u opnieuw wilt zien. U kunt dan het antwoord veranderen. Maar let op: u kunt de tekst niet opnieuw beluisteren. Als u een opdracht later nog een keer wilt bekijken, kunt u deze markeren. Dit doet u met deze knop rechtsboven in het scherm. [De knop heeft het symbool van een leeg vierkant.] Het nummer van de opdracht onder in het scherm krijgt dan een geel vlaggetje. U kunt de markering ook weer weghalen. Klik dan nog een keer op de markeerknop. Als u rechtsonder in het scherm op 'Overzicht' klikt, kunt u zien welke opdracht u al heeft gedaan en welke u heeft gemarkeerd.
Tijdens het examen kunt u zien hoeveel tijd u nog heeft. Klik dan op dit klokje. [Rechtsboven in het scherm.] Zorg ervoor dat u de tijd goed verdeeld over de opdrachten. Bent u klaar met het examen, dan levert u het examen in. Klik rechtsonder in het scherm op 'Overzicht'. Klik daarna op 'Inleveren'. Wilt u niet stoppen met het examen, klik dan op 'Terug'. Als u hier nog een keer op 'Inleveren' klikt, wordt het examen afgesloten en opgeslagen. U kunt dan niet meer terug naar het examen. Veel succes met het examen.
[Logo Rijksoverheid. College voor Toetsen en Examens.]