‘Met inzet kom je ver’
Sinds 2022 is programma I (B1) van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (Nt2) onderdeel van de inburgering. Voor de meeste inburgeraars is dit het verplichte examen om te laten zien dat ze voldoende Nederlands beheersen. Een goede voorbereiding op het examen is belangrijk. Nt2-docent Nicole Olieman begeleidt dagelijks inburgeraars op weg naar dit taalexamen.
Voor Nicole is taaldocent de mooiste baan van de wereld. Ze geeft les op meerdere taalscholen aan kleine groepen asielmigranten, gezinsmigranten en expats. ‘Al deze mensen willen graag. Door het leren van de taal gaan ze zich beter voelen. Ze krijgen meer contact en worden zelfverzekerder.’
In haar inburgeringsgroepen zitten mensen uit bijvoorbeeld Syrië, Afghanistan, Iran, Eritrea, Turkije, Marokko, Jemen en de Filipijnen. Die diversiteit waardeert ze. ‘Al die verschillende culturen in een lokaal vind ik erg inspirerend.’
Traject inburgeraars B1-route
Het staatsexamen Nt2 programma I (B1) is verplicht voor iedereen in de B1-route en de onderwijsroute, twee trajecten binnen de nieuwe Wet inburgering. Voor 2022 was A2 het verplichte eindniveau. Als inburgeraars ten minste zeshonderd uur Nederlandse lessen hebben gevolgd en B1 niet haalbaar is, kunnen ze het examen op A2-niveau doen. Alleen mensen in de Z-route, bedoeld voor inburgeringsplichtigen waarvoor de B1- of onderwijsroute te moeilijk is, hoeven geen examen te doen. Zij werken aan taal op A1- of richting A2-niveau.
Nicole ziet wekelijks inburgeraars in de B1-route. Via een intake wordt gekeken naar leerbaarheid: hoe makkelijk iemand leert. Cursisten met studie-ervaring en een hoge leerbaarheid, komen in de snellere groep terecht. ‘Die geef ik bijvoorbeeld als huiswerk: kijk naar het Klokhuis, luister Radio 1, leen B1-boekjes bij de bieb. En ze doen dat ook.’ Een hoge leerbaarheid betekent niet altijd dat het lukt. ‘Zeker bij asielmigranten kunnen trauma of gezondheidsproblemen ervoor zorgen dat het toch niet soepel gaat.’
Veel cursisten hebben bovendien weinig of onderbroken scholing gehad. ‘Dan kan B1 een grote uitdaging zijn.’ Cursisten met een lagere leerbaarheid krijgen meer tijd. ‘Als ik hen vraag het Klokhuis te kijken, dan komt het er niet altijd van. Ik laat het daarom in de klas zien, stel vragen en probeer ze zo te motiveren’, legt ze uit.
Bij de intake wordt ook gekeken naar alfabetisering: of iemand kan lezen en schrijven in het Latijnse schrift. ‘Sommige cursisten zijn gealfabetiseerd in een ander schrift, zoals het Arabisch. Dan moeten mensen hier opnieuw leren lezen en schrijven.’
Voorbereiding op het examen
Nicole vindt het goed dat mensen worden aangemoedigd om een hoger taalniveau te halen, maar benadrukt dat het einddoel per persoon verschilt. Sommige cursisten halen amper A1, anderen redden A2 of hoger. ‘Je moet zo goed mogelijk Nederlands leren en zo ver gaan als je kunt. Met inzet kom je ver’, weet ze. Zo begeleidde ze mbo-opgeleide cursisten die in Nederland wilden studeren. ‘Sommigen haalden het staatsexamen Nt2 net wel, anderen net niet, maar ze kunnen prima functioneren.’ Wel waarschuwt ze: ‘Als je het A2-examen hebt gehaald en thuis blijft en alleen je eigen taal spreekt, ben je het zo weer kwijt.'
Een gedegen voorbereiding op het examen is cruciaal. ‘Spreekexamens neem ik op. Daarna luisteren cursisten het terug en geef ik feedback. Lezen en schrijven oefenen we zoals bij het staatsexamen: honderd minuten, woordenboek erbij, tafels apart. Het luisterexamen doen we ook. Zo ervaren ze hoe zwaar het is om zo lang te focussen. Veel mensen onderschatten dat.’
Er zijn veel factoren van invloed
In haar lessen varieert ze veel. ‘Ik geef vaak spreekopdrachten in duo’s. Lesgeven is niet alleen grammatica uitleggen, maar ook samen oefenen, praten en fouten maken. Ook expats die de taal begrijpen durven soms nog niet te praten. Dan zit het niet in de kennis, maar in de drempel.’
De uitkomsten zijn niet altijd te voorspellen. ‘Soms denk je: dit gaat hem niet worden, en dan halen ze het. Of andersom. Dat kan.’ Welke vaardigheid het lastigst is, verschilt per cursist: voor de een is dat spreken, voor de ander luisteren, lezen of schrijven. Nervositeit speelt ook mee. Nicole noemt een cursist die alles haalde, behalve spreken. ‘Hij had geen taalmaatje, geen contact met Nederlanders en oefende niet hardop. Dus hij slaagde voor alle onderdelen, behalve spreken.’
Volgens Nicole zijn contacten buiten de klas essentieel voor taalontwikkeling. ‘Een taalmaatje, een buddy, iemand met wie je echt oefent, helpt meer dan alleen taalles.’ Ze stimuleert cursisten rond A2-niveau om stage te lopen. ‘Het liefst op een plek waar ze later misschien willen werken. Dat stimuleert om beter Nederlands te leren omdat ze met collega’s moeten spreken.’
Belang van betrokken docenten
Aan collega-docenten wil ze meegeven: ‘Bereid je cursisten goed voor. Laat ze het examen echt ervaren zoals het ook op de examenlocatie van DUO gebeurt. Simuleer de toetsomstandigheden, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten.’
Naast een goede voorbereiding is betrokkenheid van de docent minstens zo belangrijk. ‘Cursisten zeggen dat ik met mijn hart lesgeef.’ Nicole houdt graag contact met haar cursisten. ‘Ik wil altijd weten of ze geslaagd zijn. Ik moet soms mijn huilen inhouden als ik na maanden afscheid neem. Je gaat na zo’n tijd om cursisten geven.’
